Jaarlijks zo’n 1.400 slachtoffers mensenhandel

Mensenhandel: het woord doet denken aan slavernij en dat is het vaak ook. Mensenhandel gaat over het uitbuiten van mensen, waarbij allerlei soorten dwang gebruikt worden. Vaak gaat het over seksuele uitbuiting: gedwongen prostitutie. Vooral jonge meisjes en vrouwen zijn daar slachtoffer van, maar het overkomt ook jongens. Daarnaast kan het gaan om arbeidsuitbuiting, bijvoorbeeld van au-pairs, gedwongen criminaliteit of gedwongen bedelarij. In Nederland ging het tussen 2012 en 2016 gemiddeld om 1416 mensen per jaar. Ongeveer 60% daarvan vindt plaats in de seksindustrie. De uitbuiters noemen we ook wel mensenhandelaren.

De slachtoffers kunnen buitenlandse vrouwen zijn die hierheen worden gehaald onder valse voorwendselen en als sekswerker gewerkt worden gesteld. Of het kan gaan om jonge Nederlandse meisjes of jongens die ingepalmd, emotioneel gechanteerd, bedreigd en geïntimideerd worden door wat vroeger wel ‘loverboys’ werd genoemd. Veel ‘love’ komt er niet aan te pas. Het web van afhankelijkheid en onveiligheid dat om het slachtoffer wordt gesponnen, is vernuftig en effectief: ontsnappen op eigen kracht is erg moeilijk. Maar het kan wel.

Slachtoffers van arbeidsuitbuiting worden slecht betaald en slecht behandeld. Zij kunnen geen kant op omdat hen wordt voorgehouden dat ze schulden moeten terugbetalen of omdat hun identiteitsbewijs is ingenomen.

Omdat het voor slachtoffers zo lastig is om er zelf uit te komen, is signaleren belangrijk. De signalen kunnen worden doorgegeven aan de politie, de arbeidsinspectie, de Maatschappelijke Opvang in Den Bosch of Veilig Thuis. We werken samen en kunnen doorverwijzen naar een veilige plek voor opvang en hulp.